Rondreis Alberta en British Columbia

1 september 2015 - Canada, Verenigde Staten

West-Canada, een bestemming die ook reeds lang op mijn verlanglijstje stond. In 2015 was het zover en via een self-drive van Calgary naar Vancouver ontdekte ik de natuurpracht in de vele Nationale Parken van de provincies Alberta en British Columbia. De verwachtingen waren hooggespannen, ik mikte ook op minstens 1 beer te kunnen spotten tijdens mijn reis...  

Mijn reis start ik in Calgary, gesticht in 1875, was oorspronkelijk een politiepost van de Royal Canadian Mounted Police die de handen vol had met whiskysmokkelaars in het gebied van de Blackfoot-indianen. Tegenwoordig is het een belangrijke metropool voor aardolie- en aardgastransacties.

Van Calgary voert de Trans Canadian Highway nr 1 richting Banff  me eerst door een prairielandschap, dan door de Kananaskis Valley maar al snel lonken de Rocky Mountains. Banff wordt mijn uitvalsbasis voor verkenning van het Banff National Park. Het stadje wordt gedomineerd door het statige Fairmont Banff Springs hotel. Het was 100 jaar eigendom van de Canadian Pacific Railway die het ook liet bouwen. Qua architectuur houdt het het midden tussen een Frans chateau en een Schots herenhuis.

Een rit in de Banff Gondola mag zeker niet ontbreken. Deze kabelbaan brengt je naar de top van Sulphur Mountain - 2286m - van waar je duizelingwekkende panorama's krijgt op de omliggende Rockies. Langsheen een wandelpad van 5km kan je terug afdalen door een dicht begroeid bos en het is heerlijk genieten van de rust en de natuur. 

Mijn toer door het National Park start ik bij de Bow Falls, daar waar de Bow River een duik maakt zijn deze watervallen gevormd. Ook de Hoodoos komen aan bod. Dit zijn grillige pilaren van zandsteen gevormd door erosie en de Indianen zagen in deze grillige vormen hun versteende voorouders terug; vandaar een groot ontzag voor dit prachtige natuurverschijnsel.

Wie zegt West-Canada denkt daarbij aan prachtige meren in een decor van majestueuze bergen. Zo ontdek ik reeds snel Johnson Lake, Lake Minnewanka en de Vermillion Lakes op mijn weg door Banff NP.

Vanuit Banff vervolg ik mijn route richting Lake Louise. Onderweg maak ik nog een stevige wandeling van 4km doorheen de Johnston Canyon waar de Lower Falls en daarna, na een steile klim, ook de Upper Falls te bewonderen zijn. 

Alvorens mijn eindpunt Lake Louise te bereiken maak ik eerst nog een stop bij Moraine Lake en ik vergaap mij aan de prachtige turquoise kleur van het meer dat omringd wordt door de Wenkchemna Peaks. En dan gaat het op een drafje naar het befaamde Lake Louise waar ik incheck in het Fairmont Chateau Lake Louise, pal aan de oever van het smaragden meer. Enige spelbreker is het weer; grijs, mistig en bijzonder kil op deze septemberdag.  Volgende etappe brengt mij naar het Jasper National Park; ik kies de route langs de Icefields Parkway die geldt als één van 's werelds mooiste autoroutes. Maar alweer zit het weer niet mee. Grijs, laaghangende wolken en bij vertrek is het amper 1°C... Ook staat de beer-teller nog steeds op nul. Zou het vandaag kunnen lukken ?...

De ochtendnevel geeft het Bow Lake iets mysterieus; van de Crowfoot Glacier blijft echter veel verborgen vanwege hardnekkige mist. Ook op het hoogste punt bij Bow Summit - 2137m, slaat Koning Winter helemaal toe. De temperatuur flirt er met het vriespunt en de omgeving wordt gehuld in een wit sneeuwjasje. Ik trek mijn warmste plunje aan en waag me om het korte klimmetje te maken en alzo een glimp op te vangen van het fotogenieke Peyto Lake. Veel van de mooie omgeving blijft echter aan mijn oog onttrokken door dichte mist en laaghangende grijze wolken. Niet getreurd, ik kan duidelijk toch de vorm van het meer onderscheiden vanop die hoogte. Wie goed kijkt herkent er de vorm van een vossenkopje in :-)

Ik vervolg mijn route en passeer eerst Mistaya Lake en vervolgens de gelijknamige canyon waar de Mistaya River grillig geërodeerde bochten in heeft uitgesleten.

De meest indrukwekkende panorama's rijgen zich aaneen langsheen de Icefields Parkway evenals de attracties. Zo bewonder ik ook nog verder de Sunwapta Falls en de Athabasca Falls die gevormd worden op de plek waar de Athabasca River zich in een ravijn 22m naar beneden stort.

Net voor ik Jasper bereik spot ik nog een roedel Wapiti herten en dat maakt mijn dag helemaal goed. Wat ik op dat moment nog niet weet is het feit dat brute pech zo maar ineens kan toeslaan...  

Ik besluit nog even op een parking een kijkje te nemen bij een plattegrond voor een wandeling, misschien iets voor de volgende dag... Ondertussen wordt, door een speling van het lot, de wagen automatisch vergrendeld en daar sta ik dan... In the middle of 'bear-country' oh my god... Hoe graag ik ook een beer wil spotten, niet nu.... niet hier.... Maar dan komt een hulpvaardige Canadees mij ter hulp en in een no-time ben ik terug op weg richting slaapplek voor de komende nachten.   

Mijn verkenning van Jasper National Park begint bij het mysterieuze Medicine Lake en ook Moose Lake doet zijn naam eer aan. Moose is de plaatselijke benaming voor eland die ik er dus ook te zien krijg. Een kleine kudde vrouwtjes met enkele kalfjes genieten van een badmoment. Een volgende stop maak ik bij Maligne Lake en een fikse wandeling maak ik nog door de gelijknamige canyon die geldt als één van de mooiste canyons van West-Canada en het hoogteverschil bedraagt 55m. Alweer ontmoet ik vandaag een kudde Wapiti's maar helaas... de beerteller blijft op nul.

De volgende etappe luidt ook het afscheid in aan de provincie Alberta. De hoge pieken van de Rocky Mountains laat ik stilaan achter mij als ik me over de Yellowhead Highway richting Clearwater begeef. Bij Blue River krijg ik een ingeving als ik een verwijzing zie naar mogelijkheid om een 'bear-safari' te ondernemen. Ik besluit het erop te wagen en sluit aan bij een bootsafari gevolgd door een jeepsafari. En met succes mag ik wel zeggen; mijn beerteller gaat van nul in één ruk naar zes !! What a lucky day :-)

Over Highway 99 cruise ik na een nachtje in Clearwater richting Gold Bridge. Deze weg wordt door locals ook weleens 'fishing highway' genoemd. Hij doorkruist een gebied met ontelbare meren boordevol zalm en forel dus zeer geliefd bij hengelaars. Prachtige panorama's zijn weer verzekerd bij het doorkruisen van de Fraser Canyon waar de Fraser River zich in de diepte door meandert. In Lillooet begint het laatste stukje van mijn route van de dag als ik de afslag neem richting Gold Bridge. Kilometers rijd ik langs de oevers van het Carpenter Lake; alweer een prachtig turquoise meer dat lang, smal en uitgerekt is gesitueerd tussen twee laatstgenoemde locaties.  Uiteindelijk kom ik aan bij Tyaxx Wilderness Resort en een waar paradijsje ontvouwt zich, ver weg van de bewoonde wereld en diep verscholen in de indrukwekkende natuur rondom. Hier staan de dagen in het teken van alles mag, niks moet...

Ik laat mij de geneugten van het Canadese buitenleven welgevallen en na een verkwikkende nachtrust start ik de dag met een wandeling, gevolgd door een ritje te paard door de heuvels en oh ja, ik waag mij op Lake Tyaughton in een kano. Afsluiten doe ik in de hot-tub. In één woord; zalig !!

Er zijn zo van die plekjes waar ik met pijn in het hart afscheid van neem; dit was er zo ééntje. Maar Whistler wacht. Onderweg passeer ik alweer het ene meer na het andere en sommige kan ik niet weerstaan. Zo is er het prachtige Duffey Lake maar zonder twijfel behoren de Joffre Lakes tot zowat het mooiste dat ik zag. De wandeling is behoorlijk pittig maar je krijgt er dan ook wat voor in de plaats. Al na 5min stappen bereik je zonder moeite Lower Lake. Voor Middle Lake dien je je conditie al wat op scherper te hebben, na een helse klim over behoorlijke kuitenbijters bereik je het tweede van de drie meren. Het is van een uitzonderlijke natuurpracht. Het blauwste turquoise dat je haast denkt dat het nep is, wordt omringd door bergen gedomineerd door de Matier Glacier. Het uitzonderlijk mooie weer met temperaturen tot 25°C en een staalblauwe lucht draagt natuurlijk ook bij tot fotogenieke zichten. 

Dan op naar Whistler dat vooral mondain is met chique hotels, merkenboetieks en klasse restaurants. In de wintermaanden ontpopt dit oord zich als het Gstaad of Courchevel van Canada en is het place-m'as-tu-vue voor de beau monde die eens wat anders verkiest boven de Alpen. Ik blijf er niet te lang hangen en na één nachtje hou ik het voor bekeken. 

Over de Sea-to-Sky Highway rijd ik tot Horseshoe Bay waar ik verwacht word in te schepen op de ferry naar Nanaimo op Vancouver Island voor het laatste luik van mijn road trip.

Mooi op tijd gaan de trossen los en laveert de ferry tussen een aantal kleine eilandjes om vervolgens het ruime sop te kiezen. Onder een stralend zonnetje is het heerlijk toeven aan dek, ondertussen genietend van de skyline van Vancouver die langzaam maar zeker vager en kleiner wordt.  

Vanuit Nanaimo rijd ik naar de westkust, meer bepaald Ucluelet waar ik mijn intrek neem voor 2 nachten in het Black Rock Ocean Front Resort. Het is een ideale stek voor verkenning van het Pacific Rim National Park. Het klimaat aan de wilde, regenachtige westkust van Vancouver Island is tekenend voor het ontstaan van het kustregenwoud; een unieke biotoop met dichte begroeiing en bomen overwoekerd met mossen van diverse soorten en als lage vegetatie diverse soorten varens groot en klein. 

Ik vertrek voor de pittige wandeltrip van het Wild Pacific Trail, een tocht van 20km. Het pad loopt deels langs de kust met af en toe een gedeelte door het regenwoud. De mistige ochtend met mysterieuze nevelslierten geeft de hele omgeving iets feeërieks en de woudreuzen met takken vol harige baardmossen doen er nog een schepje bovenop. Ik geniet intens van de humusgeuren van het woud, vermengd met vleugen ziltige oceaanlucht. De uitgestrekte stranden bij Florencia Bay, Long Beach en Terrace Beach lenen zich dan weer uitstekend voor een strandwandeling. Ook Vancouver Island heeft de reiziger veel te bieden.

Van Ucluelet gaat het richting Victoria. Eerst nog een halte bij Cathedral Grove waar ik in bewondering sta voor eeuwenoude en reusachtige bomen zoals een Douglasspar van 800j oud, hij is zelfs hoger dan de Toren van Pisa. 

Victoria is de hoofdstad van de provincie British Columbia. Ik loop langs de Parliament Buildings met zicht op de haven. Een ander baken aan de haven is het Fairmont The Empress Hotel waar ik incheck. Het ademt de koloniale British Style uit en al helemaal waan ik mij in die tijd als in de salon 's namiddags de 'high tea' wordt geserveerd...Maar lang blijf ik niet pleisteren in Victoria en na één nachtje zit het rondje Vancouver Island erop en scheep ik terug in op de ferry in Swartz Bay voor een enkeltje Tsawwassen nabij Vancouver.

Nog enkele dagen om de stad te verkennen is het laatste programmapunt. Ik verken Waterfront met het Canada Place; Gastown met de befaamde Steam Clock en op de fiets ga ik in deze wereldstad op pad richting Stanley Park. De groene long van Vancouver is 405ha groot en ik passeer de befaamde totem poles. Ze zijn van verschillende plaatsen aan de westkust hierheen gebracht en zorgvuldig gerestaureerd. Op deze manier wil men het Indiaanse erfgoed bewaren voor de volgende generaties.

En zo zit alweer een prachtreis erop. Ik koester voor altijd in mijn herinneringen de indrukwekkende Rockies, de smaragden meren, de Pacific, de vele vermoeiende maar onvergetelijke wandeltochten, het verblijf in de Tyaxx Wilderness, bijna oog-in-oog met beren, het contact met in-vriendelijke Canadezen en ja, ook de hilarische en gênante momenten zoals mijn sleutel-probleem in Jasper. Canada heeft mij in meer dan één opzicht weten te bekoren !